Road to Paris 2024
Writer // Boris Rodesch - Photography // Michel Verpoorten
Alexander Doom est devenu, à 26 ans, le premier athlète belge masculin sacré champion du monde dans une discipline individuelle en athlétisme, après sa victoire surprise en finale du 400 mètres aux Mondiaux indoor de Glasgow. Le Roularien, qui a réussi le doublé en Écosse en remportant la médaille d’or du 4 x 400 mètres avec les Belgian Tornados, ira aux Jeux olympiques de Paris avec de belles ambitions.
Penses-tu encore mettre un terme à ta carrière après Paris, comme tu l’avais annoncé après les Jeux de Tokyo ?
Non, j’ai trop envie de pouvoir défendre mes deux titres de champion du monde indoor en 2026. J’avais dit ça à l’époque, car je n’avais plus de contrat avec Sport Vlaanderen. Je pensais donc me retirer du sport professionnel, aussi parce que je venais d’obtenir mon diplôme d’enseignant. Mais depuis, j’ai eu la chance de pouvoir rejoindre l’armée belge et son groupe de sportifs d’élite à la Défense.
À quel âge as-tu commencé l’athlétisme ?
Vers 5-6 ans. Mon père participait à des marathons et à force de le regarder courir, j’ai eu envie de commencer l’athlétisme.
Pour quelles raisons as-tu choisi le 400 mètres ?
J’ai débuté avec les épreuves combinées, le lancer du disque et le 400 m. Je me souviens d’une compétition à 14 ans où j’avais battu le record national du 400 m dans ma catégorie. J’ai alors choisi de me concentrer uniquement sur les épreuves de sprint.
Que préfères-tu dans cette discipline ?
Les 50 derniers mètres. Le sprint final a toujours été mon point fort ; à Glasgow, le monde entier a pu s’en rendre compte.
Remporter deux médailles d’or aux derniers Mondiaux, c’était inespéré ?
Totalement. Il y a quelques mois à peine, je ne pensais même pas courir le 400 m individuel aux Mondiaux car j’avais prévu de me concentrer exclusivement sur le 4 x 400 m. En février dernier, je me suis quand même aligné sur le 400 m en salle au meeting de Metz, où j’ai remporté la finale en 45,89 secondes, obtenant du même coup ma qualification directe pour Glasgow. Sachant que nous sommes à peine 5-6 athlètes dans le monde à courir le 400 m indoor sous les 46 secondes, j’ai changé d’avis en me disant que si tout se passait au mieux, je pourrais viser la finale à Glasgow.
Si je te dis 44,43 secondes ?
C’est le record de Belgique du 400 m réalisé par Jonathan Borlée aux JO de Londres. Avec Jonathan et Kevin Borlée, nous sommes les 3 seuls athlètes belges à être passés sous la barre des 45 secondes.
Les Jeux de Tokyo — auxquels tu as participé avec le relais 4 x 400 mètres—, c’était un rêve qui devenait réalité ?
Absolument. Déjà faire partie de la sélection, ensuite pouvoir participer à la finale et décrocher la 4e place en battant le record national, c’était exceptionnel.
Que retiens-tu de cette première expérience olympique ?
Après la finale, j’étais très heureux. Mais très vite, la frustration d’être passé si près du podium a pris le dessus, notamment parce que c’est la seule médaille qui manque au palmarès des Tornados.
(Ndlr : champion d’Europe indoor et double champion du monde indoor en titre, le relais 4 x 400 m belge compte 18 médailles et 32 finales depuis son émergence en 2008, aux Jeux olympiques de Pékin.)
Quelle est la performance olympique belge qui t’a le plus impressionné ?
Les deux médailles d’or de Nafissatou Thiam en heptathlon. Je suis d’ailleurs convaincu qu’elle écrira l’une des plus belles pages de l’histoire du sport belge en remportant un troisième titre olympique à Paris.
Pour conclure, quels seront tes objectifs aux Jeux de Paris ?
Nous viserons le podium avec les Tornados et avec le relais mixte. Sur le 400 m, j’espère pouvoir faire aussi bien que Jonathan et Kevin, qui s’étaient qualifiés pour la finale aux JO de Londres, mais je ne veux pas me mettre trop de pression.
Op 26-jarige leeftijd is Alexander Doom de eerste Belgische mannelijke atleet die tot wereldkampioen is gekroond in een individuele atletiekdiscipline, dankzij zijn verrassende overwinning in de finale van de 400 meter op de WK indoor in Glasgow. De uit Roeselare afkomstige atleet won in Schotland ook goud op de 4 x 400 meter met de Belgian Tornados en gaat met hoge verwachtingen naar de Olympische Spelen in Parijs.
Ben je nog steeds van plan om een punt achter je carrière te zetten na Parijs, zoals je aankondigde na de Spelen in Tokio?
Nee, ik wil in 2026 heel graag mijn twee wereldtitels indoor verdedigen. Ik heb dat destijds gezegd omdat ik geen contract meer had bij Sport Vlaanderen. Dus ik dacht dat ik zou stoppen met de professionele sport, ook omdat ik net mijn lerarendiploma had gehaald. Maar ondertussen heb ik het geluk gehad om mij aan te kunnen sluiten bij Topsport Defensie in België.
Hoe oud was je toen je met atletiek begon?
Een jaar of vijf, zes. Mijn vader liep marathons en toen ik hem zag rennen, wilde ik ook atletiek gaan doen.
Waarom heb je gekozen voor de 400 meter?
Ik begon met het gecombineerde onderdeel discuswerpen en de 400 meter. Ik herinner me een wedstrijd op 14-jarige leeftijd waar ik het nationale record op de 400 meter in mijn categorie verbrak. Toen heb ik ervoor gekozen om me alleen nog te concentreren op de sprintonderdelen.
Wat vind je het leukste van deze discipline?
De laatste 50 meter. De eindsprint is mijn sterkste punt, dat heeft de hele wereld kunnen zien in Glasgow.
Kwam het winnen van twee gouden medailles op de laatste wereldkampioenschappen als een verrassing?
Helemaal. Nog maar een paar maanden geleden dacht ik er niet eens aan om de 400 meter individueel te lopen op de wereldkampioenschappen, omdat ik van plan was om me uitsluitend te concentreren op de 4 x 400 meter. Maar afgelopen februari heb ik toch meegedaan aan de 400 meter indoor op de meeting in Metz, waar ik de finale won in 45,89 seconden en me zo direct kwalificeerde voor Glasgow. Wetende dat er nauwelijks vijf of zes atleten ter wereld zijn die de 400 meter indoor onder de 46 seconden lopen, veranderde ik van gedachten en zei ik tegen mezelf dat als alles goed zou blijven gaan, ik de finale zou kunnen halen in Glasgow.
Als ik 44,43 seconden zeg, dan zeg jij?
Het Belgische record op de 400 meter van Jonathan Borlée op de Olympische Spelen in Londen. Met Jonathan en Kevin Borlée zijn we de enige drie Belgische atleten die onder de 45 seconden hebben gelopen.
Waren de Spelen in Tokio, waar je deelnam aan de 4 x 400 meter estafette, een droom die uitkwam?
Absoluut. Om alleen al deel uit te maken van de selectie en vervolgens deel te mogen nemen aan de finale en de vierde plaats halen door het nationale record te verbreken, was geweldig.
Wat is je bijgebleven van je eerste Olympische Spelen?
Dat ik na de finale erg gelukkig was. Maar dat dit al snel plaats maakte voor frustratie omdat we zo dicht bij het erepodium waren gekomen, vooral omdat het de enige medaille was die nog ontbrak op de palmares van de Tornados. (Noot van de redactie: de Belgische estafetteploeg op de 4 x 400 meter is Europees indoorkampioen en tweevoudig regerend wereldkampioen indoor, en heeft 18 medailles en 32 finales gewonnen sinds hun eerste deelname in 2008 aan de Olympische Spelen in Peking).
Welke Belgische Olympische prestatie heeft de meeste indruk op je gemaakt?
De twee gouden medailles van Nafissatou Thiam op de zevenkamp. Ik ben ervan overtuigd dat ze een van de mooiste pagina's uit de geschiedenis van de Belgische sport zal schrijven door in Parijs een derde Olympische titel te veroveren.
Tot slot, wat zijn je doelstellingen voor de Spelen in Parijs?
Een plekje op het erepodium met de Tornados en de gemengde estafetteploeg. Op de 400 meter hoop ik het net zo goed te doen als Jonathan en Kevin, die zich kwalificeerden voor de finale op de Olympische Spelen in Londen, maar ik wil niet te veel druk op mezelf leggen.
Alexander Doom
doomalexander
www.teambelgium.be